Christophe
Heinix nam deel aan de Crocodile Trophy 2006 en stuurde ons zijn
dagboek en enkele foto's door:
Dag
één
Het
is zover; de knoop is doorgehakt, het ticket gekocht, de trainingskilometers
gereden, de fiets in orde, de patiënten verwittigd voor een lange
afwezigheid. Op 13/10 sta ik 7u 's ochtends lokale tijd te Cairns
aan de douane. Mijn lichaam weigert aan te nemen dat de dag eigenlijk
pas begint. Jetlag zeggen ze. Van Australië kan ik al één ding zeggen:
de douaniers werken hier voor hun geld. Zés (!!!) keer paspoort
tonen, wat doet u hier, hoelang blijft u, reist u alleen, heeft
u zelf ingepakt,...? Heel mijn fietsdoos uitgekieperd, schoenen
gekuist (nog nooit zo proper geweest!), bijsluiters van medicijnen
gelezen, enfin,... ik heb daar anderhalf uur gestaan. Er blijkt
trouwens een douanier mee te doen.
In't hotel
gelukkig de mannen van het Sowat-team tegengekomen (ook via Aussietours
geboekt). Antwerpse gezelligheid troef!
Qua klimaat valt het voorlopig nog mee: 27° en regen.
Dag
twee
Gelukkig
bleef het droog tijdens het trainingsritje naar Kuranda daags nadien.
Fietsers van de weg rijden lijkt hier trouwen dé nationele sport
voor pickup-truckrijders. Dat belooft,...
Dag
drie
Vroeg
eruit voor een treinrit van 6 uur naar Townsville (niet zo moeilijk;
ben toch elke dag om 4 u al wakker). Gelukkig geven ze hier films
net als in het vliegtuig. Maar de emoes zien lopen tussen het suikerriet
is toch interessanter. In Townsville is het al wat warmer (32°),
maar blijkbaar toch fris voor 't jaar. Allé, weeral chance,...
In "seagulls"
waren de meeste apartementjes verhuurd aan deelnemers van de CT
en stuk voor stuk druppelden afgetrainde bikers binnen. Auw, der
gaat hier rap gereden worden! Ik zit in een appartementje met 2
triatleten; ne zwitser (Marco) en ne fransman (Joël), die wel in
Brussel woont en daardoor tot en met de laatste dag als belg aangekondigd
werd, tot groot jolijt van Stof, uiteraard. Gesponsord door zijn
vrouw; "chocolatier Pierre Léger". Wat anders dan Lotto-Predictor!
Dag
vier
Trainingsritje
met Joël en Christophe Stevens. Ik voelde het al aan mijn benen
wie er ging winnen. Hij zei wel weinig getraind te hebben, maar
daar geloof ik geen fluit van. 't Was wel goed om eens met nen ancien
te babbelen. Meer geleerd over de crocodile trophy in 3 uurkes dan
na een jaar internetten. Lekker gegeten 's avonds in "the naked
fish"; gegrilde barramundi.
Dag
vijf: Proloog Townsville
Vandaag
de proloog. Om het materiaal wat te sparen ben ik het strand de
vorige dagen nog niet op geweest. Gelukkig, want je zakt er tot
de remschijf in. Ook met strandband. Snelle start, net als in België
tijdens de strandraces;'t strand op in 9e positie en meteen één
die al valt net voor mij. Sleuren dus om bij de kopgroep te geraken.
Net een achterwiel gevonden om uit te rusten en er valt er weer
één. Dag kopgroep en eigen tempo nu; geen zotte dingen de eerste
dag. Ronde twee op 't strand nog 3 man ingehaald (ik ga straks mijnheer
schwalbe eens bedanken, denk ik) en uiteindelijk zesde, maar het
is nog lang en ver.
Dag
zes: Herveys Range - Hidden Valley, 120 km
Bustrip
van een uurtje naar de start. Drinkbussen voltanken en go! Eerste
50 km op asfalt, dan een bocht naar rechts de gravel op en blijven
volgen. Het regent aanvallen van de eerste minuut, ik heb aan de
afslag 42 km/u gemiddeld en zit nog altijd in de kopgroep. Twee
zotten rijden vooraan: Rucker (Elk-Haus-Team) en een zekere Borup.
Aan de eerste klimmetjes laat ik toch de rest maar gaan. Eigen tempo
nu. Met de modder heeft het niet veel zin om samen te rijden. En
net zoals gisteren raap ik er drie op. Eerst O'grady die nog een
kilometerke of 5 in mijn wiel kan blijven en op het laatste klimmetje
nog twee. Minder dan 15 minuten op de eerste en zevende plaats.
Zo gaat het goed, zo gaat het beter!
Dit is de
crocodile trophy: overal staan er tentjes, hangt er was te drogen,
is er iemand aan zijn fiets aan 't sleutelen. Gekookt wordt erin
de veldkeuken, en ''t smaakt nog ook. Laat de rest maar komen!
Dag
zeven: Hidden Valley - Lake Lucy, 156 km
Slecht
geslapen! Tot 11 uur staat de generator naast mij te ronken en vanaf
11 uur nen hongaar achter mij. En vandaag de langste rit. Beestig
begin, koersen vanaf de eerste minuut, en toch maar afgehaakt uit
de kopgroep na 10 km. 5 km verder Niek Lingier gevonden en goed
samengewerkt. Na het tweede depot kwamen we bij het groepje met
Zeller, Lamont, O'grady en we ginger er gewoon los over. Kippenvel!
Tot ze ons in de laatste kilometers bijhaalden. Wat krijgen die
aan de depots? Dan maar samen gefinished. Beter de anciens te vriend
houden, dacht ik. Het meer is half uitgedroogd, een plonsje zit
er helaas niet in. Na wat sputteren krijgen ze gelukkig wel de compressor
voor de douches in gang. Het water is wat modderig, maar het doet
toch wel deugd.
Dag
acht: Lake Lucy-Blencoe Falls, 125km
De
slechtste rit! Nochtans voeld ik me sterk, maar de start kompleet
gemist. Net zoals vorige dagen vlogen ze er weer van in 't begin
in. Zo'n 30 km zag ik de kopgroep in de verte rijden (dat heb je
met die lange wegen), maar ik geraakte er niet meer bij. Mij dan
maar laten inlopen door de Sopheamannen en Joël, maar die gingen
net iets te traag en dus het grootste deel zelf de kop getrokken.
Op het einde iedereen kwijt gespeeld en samen met de geloste Struan
Lamont naar de finish. Bijna een half uur verloren en veel kruit
verschoten.
Dag
negen: Blencoe Falls-Koombooloomba "The Powerline track",
75 km
Stijf
en slecht geslapen. Gelukkig wordt er voor een keer rustig gestart
(de verschrikkelijke verhalen van vorig jaar indachtig). Dit is
inderdaad een beestig parkoers. Steil omhoog (20-30%) en even steil
omlaag op een zanderig parkoers, en om het erger te maken elk dalletje
een riviertje door (water en scherpe stenen). Mijn GiantNRS doet
het goed, maar het meergewicht van 2.5 kg begint wel door te wegen
omhoog. Samen met Frederik en Joël een goed tempo weten te houden,
maar na de laatste bevoorrading in een riviertje lek voor én achter.
10 minuten staan sukkelen, de fiets op en in de volgende afdaling
wéér lek. De laatste 20 km door het regenwoud waren nochtans om
van te genieten: iets minder steil, steviger ondergrond en een prachtomgeving.
Borup en Zörweg hebben helaas de camerawagen gevolgd in de verkeerde
richting en verspelen zo hun kans op de eindoverwinning. Zörweg
geeft 's avonds op.
Dag
tien: Koombooloomba dam-Irvinebank, 125 km
Vandaag
50/50 asfalt-gravel. In de eerste klim wordt er weer aangevallen
en mijn ontbijt komt naar boven. Inhouden dus, en daar gaat weer
de kopgroep. Heel de dag samen met Joël; we hielden een goed tempo,
maar bij elke versnelling of steile klim speelt de maag weer op.
De tol van een week het lichaam af te beulen, of heb ik iets verkeerd
gegeten? We rijden nu door de Tablelands. Mooi, doet een beetje
aan "the shire" uit de ring denken. 16e vandaag en ik
voel me niet meer zo goed.
Dag
elf: Irvinebank-Chillagoe, 156 km
Een lange
rit vandaag; de eerste 60 km pure MTB, dan een sectie zanderige
gravel en de laatste 25 km asfalt. Na 40 km is het eindelijk zover.
Daar gaat mijn ontbijt! Vervloekt Australisch papbrood! Gelukkig
lukt het me de gels en energybars binnen te houden. Twee maal lek
in het rotsige begin, gelukkig een goede tred blijven houden in
het rulle zand en op automatische piloot op het stukje asfalt. Bleek
en met een opgezwollen gezicht kom ik alleen aan in Chillagoe. Samen
met Joël zoek ik een kamer in een café-motelletje om eens goed te
slapen, maar dat was buiten de feestende fietsers en begeleiders
(en dunne muren) gerekend. Dan maar mee een paar pintjes gedronken
tot sluitingsuur.
Dag
twaalf: tijdrit Chillagoe, 30km
Start
om 9u30. Ik slaap uit tot 8u en sla mijn ontbijt over. De tijdrit
leg ik af in een rotvaart. Erik en Joël heb ik voor het keerpunt
te pakken, Dominique net voor de finish. Spijtig dat mijn opzetstuur
na 15 km loskomt (de corrugations werken als een drilboor op het
materiaal). Tiende en ik doe een hemels middagdutje. 's Avonds mag
ik in de -geluidsvrije- mobilhomejeep
van de Sowatters slapen (zij hebben een cabin gehuurd aan de camping).
Dag
dertien: Chillagoe-Mt Mulgrave, 136 km
Goed
geslapen en wijselijk van het brood gebleven (cornflakes en havervlokken).
Redelijk vlakke rit vandaag, maar toch nog 1500 hoogtemeters. De
eerste kilometers vallan Ole Egeblad en O'grady aan. Het peleton
laat begaan. Even later stuift de tandem weg in een stukje afdaling.
Ik heb zin om mee te gaan, maar de vorige dagen indachtig blijf
ik veilig in het pak. Tot op een strookje zacht zand, waar ik met
mijn brede big apple banden een stukje voorsprong pak en na enkele
kilometers enkel een wit shirtje achter mij zie. Verdorie! Stevens
mee in de witte leiderstrui! Ze zullen mij wel komen halen zeker!
Maar het blikt Luc Gielen te zijn die zegt dat ze ons laten gaan.
Ik ga door en Luc helpt zo goed en zo kwaad hij kan mee. Na zo'n
70 km pikken we O'grady op -Egeblad was al ingehaald voor de ontsnapping-,
shit, want die gast werkt echt slecht samen. En ja,... elke keer
hij overpakt even versnellen of te traag rijden. Op een klimmetje
valt hij aan en Luc moet eraf. Opnieuw vraag ik me af wat die gasten
van het Dreamteam krijgen aan de bevoorrading, want even ervoor
ging hij er ei zo na af met krampen. Ik zeg hem in de laatste kilometers
dat hij voor mijn part tweede mag worden; podium had ik toch, en
zij waren met een zwaar gesponsord team. Trekt die kerel toch geen
sprint zeker? Zodat niemand zou zien dat hij de tweede plek kreeg.
En achteraf verkondigde hij dat hij gewonnen was. "Ah, ja,...
de tandem is toch buiten categorie?" Ik heb sindsdien geen
meter meer gereden voor het dreamteam. Chapeau voor de tandem trouwens.
Ik dus derde aan 31.6 gemiddeld en 10 min gepakt op mijn concurrenten.
I'm back.
Dag
veertien: Mt Mulgrave-Laura, 148 km
Vandaag
erop of erover, want ik vermoed dat de rest toch iets frisser zal
zitten. Door de vele veehekkenpassages de eerste 10 km, spreken
we af eerst samen te blijven. Oef,... Na 15 km valt Rucker aan en
enkel Stevens en Borup volgen. Attila Marton (tweede in de stand)
achtervolgt met 8 man in zijn wiel. Honderd kilometer trekt hij
aan de kop aan een hels tempo. Sterk. Ik moet eraf bij de laatste
bevoorrading (zonder begeleiding moet ik altijd mijn bus zelf zoeken),
maar kom terug bij na 7 km als bij de hongaar het licht uitgaat.
Alles doet pijn door de corrugations en mijn fiets piept en kraakt.
Attila mag eerste finishen en iedereen is blij deze rit overleefd
te hebben. Het is ook sterk opgewarmd sinds de laatste dagen: 45°.
Er moeten er al aan de baxter. Iedereen is bedekt met een dikke
laag rood stof en de douches hier hebben in geen weken iets nat
gezien. Dan nog liever de kampdouche.
Dag
vijftien: Laura-Cooktown, 142 km
Opnieuw
een rustige start omdat de sympathieke duanier Will Byrd als Cooktowner
de eerste kilometers mag trekken. En dus lukt het weer om bij de
kopgroep te blijven. De gevreesde corrugations van vorig jaar zijn
ondertussen afgeschraapt, maar de weg is nu één grote zandbak. Door
het opwaaiende stof is het moeilijk in het peleton het goede pad
te kiezen, dus ik manouvreer mij op kop. Groot is mijn verbazing
als ik al meteen een gat sla. Blijven gaan dus. Na enkele kilometers
zie ik enkel nog de camerawagen achter mij. Dit is kicken! Helaas
moeten we na zo'n 85 km een gebergteke over. In de kopgroep vallen
ze aan en een select groepje van zo'n 8 man passeert me aan een
rotvaart op een steile klim. Ik kan niet aanpikken en fiets de laatste
60 km met Struan. De hete wind blaast heel de tijd hard tegen, maar
gelukkig kan ik me goed wegsteken achter de 2 meter lange australiër.
We werken weer goed samen, maar op de laatste klim (30%) op "grassy
hill" moet ik hem toch laten gaan. Ik ben de nummer 10 nu op
één minuut genaderd in het klassement. Deze rit vallen er slachtoffers;
Borup arriveert drie kwartier na mij, Zeller geeft op, verscheidene
fietsers komen buiten tijd binnen. En ik heb vandaag de prijs van
de strijdlust.
Dag
zestien: Cooktown-Wujal-Wujal, 135 km
Vandaag
een golvende aanloop eerst op asfalt, later over gravel en zo richting
de fameuze "creb-track", net als de "powerline"
echte MTB voor technische rijders. Groot is mijn verbazing als Frederik
de Wilde (nummer 10) van de Beachbikers aanvalt met Joël. Die gaat
zich opblazen en die minuut pak ik zo! Helaas! Na 50 km rij ik lek
en moet de laatste 20 km alleen tegen de wind beuken. De "creb"
is machtig: 20 à 30% omhoog-omlaag en rivierpassages tot aan mijn
middel. Maar het noodlot slaat toe. Nog 3x rij ik lek en moet op
de duur al rustinnekes plakken. Ik kom 20 min na Fre binnen. 11e
wordt dus mijn plek in mijn eerste "croc", want morgen
is het de Champs Elysées! We kamperen hier trouwens midden in het
regenwoud; indrukwekkend! Het eten is trouwens al enkele dagen niet
meer te vreten. Alles verlept door de warmte en dan maar op smaak
gebracht met chili.
Dag
zeventien: Wujal-Wujal-Cow-bay, 65 km
Door
enkele heethoofden wordt er beslist om toch te koersen vandaag.
Dit is buiten de belgen gerekend. We rijden zo'n 40 km in formatie,
waardoor passeren onmogelijk wordt, en dus wordt het een typische
toursprint. De snelheid gaat gestaag omhoog en op het laatse stuk
vals plat omlaag neemt de tandem de kop aan 50 km/u. De aankomst
ligt op het strand na een passerel met een scherpe bocht. Gelukkig
kiest het nederlandse duo per ongeluk de verkeerde kant en vermijdt
zo een zekere kettingbotsing. We stormen met zo'n 9 man het strand
op; links en rechts wordt er gevallen in het zachte zand en ik eindig
als zesde. Christophe Stevens is de verdiende eindwinnaar. Hij heeft
constant en verstandig gereden; zo win je de crocodile. Na 3 weken
zie ik mijn Kristientje terug op een prachtstrand...De vakantie
kan beginnen.
Volgend
jaar terug?
Het kriebelt
al.
Maar dan
wél met begeleiding en een lichtere fiets.
|